Een boek of film over een road trip roept in mijn hoofd eigenlijk gelijk een lijstje op met cliches. Zeker als dat verhaal dan ook nog eens gaat over twee mensen die elkaar eigenlijk niet kunnen luchten. In Helden worden we toch nooit draait het om een vader en een zoon, die tot elkaar veroordeeld zijn. Vader wil nog een keer de wereld zien en heeft een flinke zak geld om zowel zichzelf als zijn zoon overal heen te laten reizen. Zoon heeft eigenlijk geen zin om met zijn vader opgescheept te zitten, want vader was altijd een hufter en dat is door de jaren heen niet veranderd. Toch doet hij het maar wel, want hij kan het geld goed gebruiken en hee, je weet maar nooit of ze misschien toch wat nader tot elkaar kunnen komen.
Ja hoor, het blik cliches wordt helemaal opengetrokken. Vervelend is dat echter bepaald niet, omdat de makers hier echt een leuke draai aan het bekende riedeltje hebben gegeven. Dit is een lekker dik boek om jezelf op de bank in te verliezen. Er worden veel exotische plekken aangedaan die mooi en sfeervol zijn getekend. De personages zijn in een originele stijl op papier gezet, die het midden houdt tussen karikaturaal en semi-realistisch. En ach ja, die cliches hebben we dan misschien wel al honderd keer gezien, maar goed uitgewerkt zijn ze heus nog wel te pruimen.
****